top of page

Lutz Austenat

 

Een stad die na een nacht plotseling wordt verdeeld door een muur. Leven in Oost-Berlijn, een zieke dochter en gevangenschap, om uiteindelijk weer vrij te zijn. Dit was een deel van het leven van Lutz en Sabine Austenat in de tijd van de Berlijnse muur. Lutz vertelt, met toevoegingen van Sabine, zijn verhaal. 

 

“De Berlijnse muur werd rondom heel West-Berlijn gebouwd en was ook de scheidingslijn tussen het oosten en westen van de stad. Bij de scheidingslijn tussen Oost- en West-Berlijn langs de Bernauerstrasse was de stoep aan de ene kant en waren de huizen aan de andere kant van de grens. Deze grens zorgde ervoor dat families van elkaar werden gescheiden. Omdat de huizen aan die straat zo dicht bij de grens stonden probeerden mensen nog te vluchten. Daarom werden huizen gesloopt of dichtgemetseld. 

Ik had destijds net eindexamen gedaan en was bij de Oostzee. We waren erg verbaasd over het nieuws, omdat we niet konden geloven dat het mogelijk was om een stad door midden te snijden. Daarnaast was het voor ons moeilijk voor te stellen dat vakanties bij familie of een weekend in de andere kant van de stad, niet meer mogelijk was. Het voelde alsof de stad stopte met ademhalen en de hele stad was in shock. 

De dag voordat doorgang niet meer mogelijk was, was Sabine bij haar oma in het Westen en wilde ze naar huis om vervolgens de volgende dag terug te komen om haar koffers te halen. De reden hiervoor was dat ze bezig was met haar eindexamen. Maar de volgende dag was terugkeren naar het Westen niet meer mogelijk. Sabine stond bij het station Friedrichstrasse waar soldaten de weg naar West-Berlijn blokkeerden. Overal liepen mensen, waardoor het leek alsof er niemand meer thuis was, omdat iedereen wilde zien dat wat er aan de hand was. 

Niet alleen families waren gescheiden, maar soms lag ook het werk in het andere gedeelte van de stad. De mensen waren allemaal erg in de war, op straat was het rumoerig en na veel vragen en geen antwoorden is iedereen weer naar huis gegaan. Het enige wat ze konden doen was de draad zo goed als mogelijk weer op te pakken. Niemand kon geloven wat er gebeurde en iedereen was ervan overtuigd dat het geen permanente toestand kon zijn. Maar de jaren verstreken en de muur werd steeds meer versterkt, uiteindelijk stond er een betonnen muur. De onwerkelijkheid werd realiteit en de muur bleef.”

 

“Ik stond met een vriend te kijken naar hoe zijn homoseksuele broer over de muur klom. Het westelijke deel van Berlin was leefbaarder voor hem. Eerst was het de bedoeling dat wij mee zouden gaan, maar we bleven omdat wij bij onze families wilden blijven. 

Er waren kinderen die in het Oosten geen examen mochten doen, omdat hun ouders Westelijk georiënteerd waren. Hun enige mogelijkheid was om het examen in het Westen te maken, maar dat was niet meer mogelijk. Niemand was meer gelukkig, iedereen was verdrietig. We hadden het idee dat de muur er voor altijd zou staan.”

 

De eerste vluchtpoging

"Ik ben biochemicus en had een goede aanstelling bij een World Health Organisation (WHO) in de Duitse Democratische Republiek (DDR). Ondanks het goede leven dat we hadden, vonden Sabine en ik ons werk heel erg DDR-georiënteerd en beperkt, dit zorgde ervoor dat wij wegwilden. In ’78 heb ik mijn eerste vluchtpoging gedaan, deze was gepland door mijn zus. Mijn zus is erg doelgericht en laat zich niet snel afschrikken. De beslissing om te vluchten kwam ook doordat Sabine en ik geen perspectieven meer zagen. Echter werd onze dochter ziek in 1979 en dit maakte het idee om te vluchten heel erg moeilijk. Door te vluchten liepen we namelijk het risico om de gevangenis in te moeten.”

 

“Het ging mis en toen werd ik veroordeeld voor het meewerken aan een vluchtpoging. Sabine, mijn vrouw, werd veroordeeld voor het feit dat ze mij niet heeft aangegeven. Wat eigenlijk tegen alle internationale wetgeving gaat.”

 

Het volgende stuk, tot de eerstvolgende tussenkop wordt verteld door Sabine, die het verhaal vertelt namens Lutz. 

“Lutz en zijn broers en zus studeerden geneeskunde in Oost-Berlijn en werkten daarna als dokters. 

Zijn zus, Elke, kreeg door dat wij Lutz, Sabine en onze dochter de DDR wilden verlaten. Zij had op dat moment dezelfde wens, maar sloeg haar eigen weg in. Wij wilden wachten tot het moment dat we konden vertrekken met de trein of auto. Soms moet je daar twee tot vier jaar op wachten. Vanwege onze dochter wilden we blijven en wachten. We schreven ons in om de DDR te verlaten. De zus van Lutz deed het op een andere manier. Ze betaalde veel geld voor een vluchtorganisatie. Zij hadden iemand die mensen hielp met vluchten. Ze hadden bijzondere manieren om te vluchten. Ze plaatsten een visblikje op de muur naast de straten. En wanneer de auto aankwam, zagen Elke en haar vriendin de lichtjes van het visblikje. Ze gingen in de kofferbak en reden naar de grens. Echter wist de Stasi wat ze wilden doen, dus ze stopten de auto en openden de kofferbak. De twee meiden werden toen gearresteerd.”

 

“Lutz was betrokken bij het ontsnappingsplan van zijn zus en haar vriendin. Hij nam de auto en reed ermee naar huis, nadat Elke en haar vriendin de auto verlieten toen ze het visblikje zagen. Ik was op hem aan het wachten en een uur nadat hij kwam, kwam de Stasi en die arresteerde hem ook. Hij was deze keer niet gearresteerd vanwege zijn wens om de DDR te verlaten, maar omdat hij de twee dames naar de grens had gereden met zijn auto. 

Dat is waarom hij in de gevangenis belandde, maar in de tussentijd wisten ze alle andere dingen die we hadden opgeschreven en dat we ons hadden opgegeven om de DDR te verlaten. Maar de eerste aanleiding om hem te arresteren was toen hij de twee dames naar de grens bracht.”

 

Het leven in de gevangenis

“In 1980 ben ik vastgezet. Er waren verschillende soorten gevangenissen. De gevangenis waar ik in vast kwam te zitten, bleek een van de ergste te zijn. Ik werd volgestopt met psychotrope medicijnen, waarna ik knettergek werd. Ik werd in isolatie opgesloten en werd helemaal gek. Ik ging in hongerstaking en als gevolg van de medicijnen is mijn rug helemaal kapot. Ik heb zestien maanden vastgezeten, waarvan acht maanden heel erg zwaar waren.”

 

“Sabine werd, nadat ik gevlucht was, veroordeeld voor achttien maanden proeftijd. Zij had mij namelijk niet aangegeven. Er zijn gevallen geweest dat ouders gevlucht waren of wilden vluchten, en dat hun kinderen vervolgens werden afgepakt en voor adoptie werden vrijgegeven.”

 

“Na acht maanden werd pas mijn oordeel uitgesproken en kwam ik in een normale gevangenis in Cottbus. Gevangenis is alleen zo erg als je het tussen je oren maakt en de eerste maanden was ik heel erg bang om mijn familie. Mijn medicijnen werden van de ene op de andere dag afgezet, dat zorgde voor een zware tijd. Sabine mocht mij om de vier weken bezoeken en ik werd rustiger. Cottbus was daarnaast een gevangenis waar de Bondsrepubliek Duitsland (BRD) regelmatig gevangenen vrijgekocht heeft. Cottbus werd ook wel Ausreisserknast genoemd, dat betekent vluchtelingengevangenis.”

 

“In Cottbus zaten voornamelijk politieke gevangen, het niveau was vernuftig, er zaten dus weinig criminele gevangenen. Dat maakte het makkelijker. Door mijn lichamelijke staat kon ik niet voor werk ingezet worden. Ik heb het een uurtje geprobeerd maar daarna lag ik op de grond en heb ik gezegd “sla mij maar dood.” Ik kreeg hierna een administratieve baan. Ik moest onder andere de formulieren van de lonen en de kindertoeslag invullen, deze formulieren heb ik met de hand geschreven en Sabine kon mijn handschrift herkennen. Ik heb altijd een soort groet opgeschreven.”

 

“Ik heb vierhonderd mark loon en vijftig mark kindertoeslag gekregen, de rest van het geld ging naar Sabine en mijn dochter. Ik woog met 1,82 meter lengte nog maar 67 kg en leefde van melkpoeder en suiker.”

 

Vrijgekocht

"In de Bondsrepubliek Duitsland (BRD) stond in de grondwet dat ook alle burgers van de DDR bij Duitsland hoorden. Daarom hadden ze het recht om verdedigd te worden wanneer ze vanuit een politiek standpunt werden vastgezet. Hierdoor kon mijn schoonvader direct een advocaat voor mij regelen. De BRD heeft in totaal 34.000 politieke gevangenen vrijgekocht en daar hebben ze miljarden voor betaald. Dit werd in de BRD niet aan de grote klok gehangen, omdat ze eigenlijk hun eigen burgers vrijkochten. Oost-Duitsland dwong ze er min of meer toe en verdiende er miljarden aan. De DDR moest gevangenen blijven verkopen omdat ze geld nodig had, ze was namelijk bijna failliet. Toen Franz Josef Strauss de DDR een miljardenkrediet gaf, werd de wetgeving in de DDR verzacht en het uitreizen makkelijker gemaakt.”

 

“Toen ik werd vrijgekocht, ben ik naar mijn schoonouders in Braunschwig gegaan. De situatie werd anders dan ik gehoopt had. Mijn schoonouders waren simpele arbeiders en waren niet in staat mij zo te helpen als ik had gedacht. Er kwamen ook conflicten in het samenleven, omdat ik een afgestudeerde dokter ben en zij simpel werk deden. Mijn schoonouders wilden niet dat wij de DDR verlieten. Ze wilden ons heel graag steunen, maar wilden geen conflicten.”

 

Het leven in het Westen

“Toen Sabine vanuit de DDR naar het Westen kwam, gingen vriendinnen met haar winkelen. Ze was zo ontroerd van de overvloed aan spullen dat ze in een winkel op een trap ging zitten huilen. Ze is een week de deur niet uitgegaan, omdat ze helemaal kapot was van het verschil tussen de Bondsrepubliek Duitsland en de Duitse Democratische Republiek.”

 

“Sabine kreeg ook grote problemen met de manieren van mensen. Als je uit Berlijn komt ben je een grootstadsmens en als je dan in een stad als Braunschwig moet leven, is de zienswijze anders. Berlijn is ruimdenkend, het is een stad voor iedereen. Mijn schoonouders hadden bekrompen gedachten. Het hele grensgebied in de BRD naast het Oosten (waar Braunschwig lag), was een beetje achtergebleven.”

 

“In de nacht van 9 november 1989, werd ik om 2 uur s’nachts wakker gemaakt door mijn vriend. Wij hadden geruchten gehoord dat de grens openging en toen ben ik samen met hem naar Oost-Berlijn gereden. We hadden angstzweet op onze ruggen, het was ongelofelijk maar we konden onbelemmerd de grens passeren.”

 

Terugblikken 

“Ik denk nog altijd aan de muur en heb er nog steeds heel veel problemen mee. Dat is ook een reden waarom ik niet kan slapen. Ik had door mijn familiegeschiedenis minder kansen dan anderen om mijn gezin naar het Westen te brengen, daarom heeft het allemaal ook zo lang geduurd. Met mijn vrienden uit het toenmalige Oosten wordt het ook steeds moeilijker communiceren. Dat komt doordat ik nog steeds zo boos ben, de reden hiervoor is dat er in het Oosten steeds meer neocommunisme ontstaat die het verleden allemaal goedpraat. De mensen voelen zich nu benadeeld. Ik snap het niet, want ik moest in het Westen opnieuw beginnen en zij konden na de val van de muur hun vermogen inruilen tot en met honderdduizend mark. Dit werd in de verhouding een op een gedaan en alles wat boven dat bedrag zat een op twee. Had je toen een krediet? Dan werd ook het krediet aangepast. Dus had je krediet van 50.000 euro, dan werd dat gehalveerd. Daarnaast schoot het onroerend goed heel erg omhoog in waarde. Alsnog zijn de mensen uit het toenmalige Oosten teleurgesteld. Persoonlijk denk ik dat het ermee te maken heeft dat de mensen uit de BDR met democratie zijn opgegroeid en de mensen uit het Oosten het communisme zijn gewend, waardoor ze maar niet aan de democratie kunnen wennen. Ze hebben nooit zelf hoeven nadenken, want alles werd ze voorgezegd. Daarom wordt ook nu de AFD, een alternatieve rechten partij, zo gesteund.”

bottom of page